Docentenhandleiding

Kerndoel(en):

  • Kerndoel 29: Sleutelbegrippen 

De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven. 

  • Kerndoel 41: Omgaan met atlas en kaarten

De leerling leert de atlas als informatiebron te gebruiken en kaarten te lezen en te analyseren om zich te oriënteren, zich een beeld van een gebied te vormen of antwoorden op vragen te vinden. 

Leerdoel(en):

  1. De leerling kan een aantal basisvaardigheden met de atlas beoefenen, zoals het opzoeken van kaarten op een geografisch verantwoorde wijze en verbanden te leggen tussen verschillende kaarten. ( Cd )
  2. De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat löss is en hoe het is ontstaan. ( Cc )
  3. De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat krijt is en hoe het is ontstaan. ( Cc )
  4. De leerling kan in eigen woorden uitleggen hoe het heuvelachtige landschap in Limburg is ontstaan. ( Cc )
  5. De leerling kan door middel van een zelfgemaakte tekening in eigen woorden uitleggen wat graften zijn. ( Cc )
  6. De leerling kan verschillende oorzaken geven voor het uitdrogen van de grond in Limburg. ( Cd )
  7. De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat dolines zijn en hoe deze zijn ontstaan. ( Cc )
  8. De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat orgelpijpen zijn en hoe deze zijn ontstaan. ( Cc )
  9. De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat bronnen zijn en hoe deze zijn ontstaan.

Differentiatiedoel(en) 

  1. De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat dolines zijn en hoe deze zijn ontstaan. ( Cc )
  2. De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat orgelpijpen zijn en hoe deze zijn ontstaan. ( Cc )
  3. De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat bronnen zijn en hoe deze zijn ontstaan.

Benodigdheden

  • Voldoende computers voor alle leerlingen.
  • De link van de webquest: http://lossinlimburg.jouwweb.nl/ .
  • Pen & Papier ( Dit als de leerlingen de format op papier krijgen aangeboden. )
  • Voldoende atlassen voor alle leerlingen.
  • Leerlingen ( Gedrag, Kennis & Vaardigheden )

Beginsituatie

Bij het maken van de website ben ik er van uitgegaan dat de leerlingen totaal geen voorkennis hebben over het betreffende onderwerp. Ik ga er dus van uit dat de leerlingen minimaal één lesuur bezig zijn met het maken van de opdracht. Als de leerlingen al voorkennis van het onderwerp hebben, moet de docent rekening houden met dat de leerlingen misschien sneller door de stof heen lezen. De docent moet er sowieso op letten dat de leerlingen alle teksten goed lezen voordat zij de opdrachten gaan maken. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de opdrachten waarbij gebruik moet worden gemaakt van de atlas. Ik ben van een derde klas havo/vwo niveau uitgegaan en voor dit niveau zijn de vragen al gemaakt.

De website kan op verschillende manieren worden ingezet en dit wil ik overlaten aan de docent zelf. De site is zo gemaakt dat de leerlingen geheel zelfstandig de teksten kunnen lezen en de opdrachten kunnen maken. Indien een docent denkt dat een klas hier niet voor geschikt is, dan kan hij kiezen voor een meer docent gestuurde les waarin de docent meer uitleg verschaft en minder de begeleidende rol op zich neemt.

  • Omgeving

Voor deze les moeten de leerlingen gebruik maken van een computer om bij de website te komen. Het is aan de docent om de leerlingen de opdracht schriftelijk te laten maken of op het format in Word. Ik raad het tweede aan, omdat de leerlingen toch al achter de computer zitten. De opdracht kan dan ingeleverd worden via de mail, via dropbox ( of een vergelijkbaar programma ), of uitgeprint worden en vervolgens worden ingeleverd.

  • Jijzelf

De docent moet zich van tevoren goed inlezen in de stof en het antwoordenmodel. De leerlingen kunnen namelijk komen met vragen en de docent moet zich hier van tevoren goed op voorbereiden. Ik raad aan om in plaats van het antwoord voor te zeggen, de leerling te stimuleren om zelf achter het antwoord te komen. Voorzeggen is als het echt niet anders kan.

0. Voorbereidingen voor de les

  • Grondig doorlezen van de docentenhandleiding en website. De website bestaat uit teksten, links, filmpjes, etc.
  • Regelen van genoeg computers voor alle leerlingen. Indien dit niet mogelijk is, kunnen de leerlingen eventueel in tweetallen samenwerken. Deze beslissing laat ik over aan de docent.
  • Controleren of zowel de hardware als de software het doet.
  • Controleren of alle leerlingen aanwezig zijn.
  • Afspraken maken met een eventuele docent wat zijn rol zal worden in de les. De didacticus of de pedagoog?
  • Regelen van genoeg atlassen voor alle leerlingen. Indien dit niet mogelijk is, kunnen de leerlingen eventueel met z’n twee werken met één atlas.

Les Indeling

Tijd

Lesdoelen

Lesverloop

Organisatie

Werkvormen

Leeractiviteiten

 

Docent

Leerling

0-5 min

nvt

1. Het openen van de les

De leerlingen zitten ieder achter een computer of in een cirkelopstelling in de klas.

Doceren

Structureren

Structureren

5-10 min

nvt

2. Even voorstellen

De leerlingen zitten ieder achter een computer of in een cirkelopstelling in de klas.

Klassengesprek

nvt

nvt

10-15 min

nvt

3. De opdracht: Löss in Limburg

De leerlingen zitten ieder achter een computer of in een cirkelopstelling in de klas.

Doceren

Structureren, Memoriseren & Motiveren

Structureren, Memoriseren & Motiveren

15-45 min

1 t/m 9

4. Zelfstandig werken onder begeleiding van de docent.

De leerlingen zitten ieder achter een computer

Begeleiden

Memoriseren & Toetsing

Memoriseren & Toetsing

45-60 min

1 t/m 9

5. Nakijken

De leerlingen zitten ieder achter een computer

Doceren

Evalueren

Evalueren

60-90 min

1 t/m 9

6. Zelfstandig werken onder begeleiding van de docent.

De leerlingen zitten ieder achter een computer

Begeleiden

Memoriseren & Toetsing

Memoriseren & Toetsing

90-105 min

1 t/m 9

7.Nakijken

De leerlingen zitten ieder achter een computer

Doceren

Evalueren

Evalueren

115 min

1 t/m 9

8. Samenvatten op geheel

 

Doceren

Memoriserne & Waarderen

Memoriseren & Waarderen

Nvt= Niet van toepassing

  1. 1.    Het openen van de les

Doordat ik niet weet om wat voor klas het gaat waarbij deze les moet worden uitgevoerd, ben ik uitgegaan van een, na mijn mening, gemiddelde klas. Ik vermoed dat de leerlingen redelijk actief de les binnen komen lopen, omdat de fietsexcursie door Drachten niet is doorgegaan. Ieder ikzelf of de aanwezige docent moet de leerlingen eerst naar hun plaatsen wijzen en hun vragen om op te letten voor wat komen zal. Het is belangrijk dat er rust wordt gecreëerd, want dit bied later structuur voor de leerlingen in de opdracht.

 

  1. 2.    Even voorstellen

Voordat de leerlingen beginnen met de computer opdracht is het belangrijk dat de aanwezige student-docent zich even voorstelt aan de klas. De student-docent is namelijk een vreemde voor de klas en het is daarom heel belangrijk dat de leerling ook weten wie hij of zij is en wat hij of zij hier komt doen. Het voorstellen kan puur zakelijk, maar kan ook door middel van een spel. Als men door middel van een spel elkaar beter wil leren kennen, moet er voor deze stap meer tijd worden uitgetrokken.

 

  1. 3.    De opdracht: Löss in Limburg

Bij deze stap legt de docent uit wat er allemaal gaat gebeuren in deze les. Afhankelijk van de pedagogische keuzen die de docent heeft gemaakt in de hoeveelheid zelfstandigheid die hij de leerlingen wilt geven, kan de uitvoering van deze opdracht verschillen. De opdracht is oorspronkelijke zo gemaakt dat de leerlingen geheel zelfstandig de opdrachten kunnen maken.
Deze les gaan de leerlingen bezig met een website genaamd: ‘Löss in Limburg’. Op deze website kunnen de leerlingen op een leuke en overzichtelijke wijze wat leren over het landschap in Limburg. De website bestaat uit teksten, links naar andere informatie websites, filmpjes, plaatjes, etc. Na elk stukje informatie moeten de leerlingen een aantal vragen maken. Deze vragen slaan terug op de tekst en bij sommige vragen moeten de leerlingen gebruik maken van de atlas. De opdracht staat zelf uitgelegd op de homepage van de website. De docent zou er eventueel voor kunnen kiezen om deze er bij te halen bij de uitleg van de opdracht. De docent kan dit ook klassikaal doen door het een leerling te laten voorlezen en het dan zelf kort te herhalen.

Vergeet niet te controleren of het voor alle leerlingen duidelijk is wat zij moeten doen. Dit kan door het hun direct te vragen of door hen een aantal vragen te stellen over de opdracht. Ik raad beide aan.

Vergeet als docent ook niet om uit te leggen waarom dit onderdeel zo belangrijk is om te weten. Dit onderdeel behoort namelijk tot het geografische basiskennis dat de leerlingen moeten weten voor hun latere tentamens en examens. Hierbij is het gebruik maken van kaarten al helemaal essentieel.

Het is ook belangrijk om de leerlingen te motiveren voor de opdracht. Dit kan bijvoorbeeld door dit onderdeel mee te laten tellen als een cijfer of door de leerlingen een ander soort van beloning te geven.

 

  1. 4.    Zelfstandig werken onder begeleiding van de docent, Part 1

Het is aan de docent zelf om te beslissen hoe hij de leerlingen de opdracht wil laten maken. Wil hij eerst de stukjes tekst klassikaal lezen, de stukjes tekst zelfstandig laten lezen of de stukjes tekst zelfstandig laten lezen en vervolgens nabespreken. Deze keuze is aan de docent en de soort klas waaraan deze les wordt gegeven. Een ding staat vast en dat is dat de leerlingen zelf de opdrachten moeten maken. De docent speelt tijdens het maken van de opdracht een begeleidende rol om te kijken of de leerlingen op een verantwoorde wijze aan het werk zijn. In verband met vragen kan de docent weer de rol van didacticus opnemen. Probeer wel eerst de leerlingen te stimuleren om de oplossing op de vragen zelf te laten achterhalen. Alle antwoorden zijn namelijk goed vindbaar op de website of op andere websites.

 

  1. 5.    Nakijken

Als er een half uur is verstreken is het tijd om alvast de eerste paar vragen na te kijken. Hopelijk heeft iedereen bijna de helft al gemaakt, maar dit moet de docent eerst controleren voordat hij begint met nakijken. Het nakijken kan klassikaal, maar ook zelfstandig. Wij raden het eerste aan, omdat de leerlingen zo beter van hun fouten kunnen leren. Ook kunnen de leerlingen op deze manier de stof aan elkaar uitleggen en zo wat leren. Dit kan zowel klassikaal als in tweetallen.

Het antwoordenmodel is te vinden op de website zelf.

 

  1. 6.    Zelfstandig werken onder begeleiding van de docent, Part 2

Zie stap 4.

 

  1. 7.    Nakijken

Zie stap 5.

 

  1. 8.    Samenvatten op geheel

Als alle opdrachten zijn gemaakt en nagekeken, kan de docent beginnen met het afronden van de les. De docent kan nog één laatste keer de belangrijkste stof van de les samenvatten dat van toepassing is op een eventuele toets. Ook kan de docent nog de laatste paar vragen van de leerlingen beantwoorden.

Belangrijk is ook om niet te vergeten om een laatste keer duidelijk te maken waarom de leerlingen deze stof moeten kennen. Als de docent klaar is met de afronding van de les, kunnen de leerlingen door naar hun volgende les.



Maak jouw eigen website met JouwWeb